Tussen de bebouwing van Maarssenbroek en het voortrazende verkeer van de A2 ligt een bijzonder natuurgebied: eendenkooi Kooilust. De afgelopen 50 jaar heeft de natuur in en rondom de kooi een spontane ontwikkeling ondergaan. Hierdoor heeft zich een gevarieerd bos ontwikkeld met diverse boomsoorten, watervogels en amfibieën.
Kooilust is tot halverwege de vorige eeuw in gebruik geweest als eendenkooi. Eendenkooien werden gebruikt voor het vangen van wilde eenden voor consumptie. De eenden op de kooiplas werden door een kooikerhondje in de steeds smaller wordende pijp gelokt. Vervolgens joeg de kooiker ze de pijp verder in. Aan het einde kwamen ze in het vanghokje terecht. De kooiker liet het vanghokje dichtvallen en de eenden zaten gevangen.
De eerste melding van de eendenkooi op deze plek dateert uit 1778. De kooi was onderdeel van een hofstede, die de naam Kooilust kreeg na het ontwikkelen van de eendenkooi. Kooilust begon met drie vangpijpen, maar rond 1832 had de kooi vier vangpijpen.
De Maarssenbroekse kooi was niet de enige eendenkooi in dit drassige gebied. Volgens overlevering moeten er wel zeven zijn geweest, waarschijnlijk illegale eendenkooien. In onze omgeving zijn er nog twee. Een daarvan ligt op het landgoed Haarzuilens in de Thematerpolder. Tot midden jaren zestig van de vorige eeuw was deze nog in gebruik. Soms wordt deze opengesteld door Natuurmonumenten voor een excursie.
“Vroeger was een kooibedrijf een rendabele zaak.”
Het is vrijwel zeker dat de Maarssenbroekse kooi omstreeks 1777 met officiële rechten en plichten in gebruik moet zijn genomen. De eerste eigenaar, in 1781, was Jan Gerrits van der Vegt die in Maarssenbroek woonde. We moeten ons goed realiseren dat een kooibedrijf, net als elk ander bedrijf, onderhevig is aan aanpassingen, verbeteringen, vergroting, soms verkleining. Vroeger was een kooibedrijf een rendabele zaak.
Bij de eendenkooi was een kooihuisje van ongeveer 4 x 4,5 meter en was uit ijsselsteentjes opgetrokken. De vloer bestond uit gewone straatklinkertjes. Binnen was er een open haard met schoorsteen en twee ramen met blinden. Het dak was bedekt met rode oud-Hollandse pannen, zonder dakbeschot met daaronder nog een bergzoldertje. In 1932 bezweek het dak, waarna het met takkenbossen is afgedekt. Omstreeks 1932 werd de ruïne gesloopt.
Bij de geschiedenis van de kooi hoort de overlevering dat in de winter van 1813 – 1814 een (gedeserteerde) kozak een prachtige schuilplaats in het kooihuisje dacht te hebben gevonden. Toen de kooiker hem daar aantrof, schoot hij hem pardoes dood en begroef hem in de omgeving van het kooihuisje.
Historische structuur
De eendenkooi en het bos eromheen is tegenwoordig eigendom en in beheer van het Utrechts Landschap. Het beheer van het gebied is gericht op behoud van de historische structuur met een zo groot mogelijke rijkdom aan planten- en diersoorten. Door de jaren heen heeft zich een gevarieerd bos ontwikkeld met boomsoorten als es, wilg, els, eik en populier. Daaronder groeit hulst, wilde lijsterbes, gewone vlier, meerdere wilgensoorten, brede stekelvaren, groot springzaad en langs de waterkant gele lis.
Het waterrijke bos biedt leefruimte aan vogels als de winterkoning, ijsvogel, fitis, buizerd en koolmees. Ook de gewone pad voelt zich er thuis. Een groep enthousiaste vrijwilligers is sinds 2012 wekelijks actief in het onderhoud en beheer van de eendenkooi. Hierdoor blijft het oudste stukje Maarssenbroek behouden. Het plan om de eendenkooi zelf deels open te stellen, tijdens de Open Monumentendag in september, is onder voorbehoud.
Steun het Utrechts Landschap
Bronnen:
- Utrechts Landschap
- Eendenkooi Maarssenbroek ‘Vroeger en nu’, samengesteld door H.J. Wolters